NJ 1991, 214
HR, 23-03-1990, nr. 13815: Botman/Van Haaster
HR 23-03-1990, ECLI:NL:HR:1990:AD1068, m.nt. H.J. Snijders (Botman/Van Haaster)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 1990
- Magistraten
Snijders, De Groot, Bloembergen, Roelvink, Davids
- Zaaknummer
13815
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AD1068
- Roepnaam
Botman/Van Haaster
- JCDI
JCDI:ADS142373:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD1068, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD1068, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑1990
- Wetingang
BW art. 1374; NBW art. 6.5.2A.2a; NBW art. 6:233; Rv (oud) art. 1020; Rv (oud) art. 1065
Essentie
Vernietiging arbitraal vonnis. Arbitraal beding in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend.
Samenvatting
Arbitraal beding in het reglement van de Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale: alle geschillen worden berecht in hoogste ressort door het Scheidsgerecht voor de Bloembollenhandel onder de daarvoor geldende reglementen en bepalingen. Volgens die bepalingen neemt het Scheidsgerecht uitsluitend kennis van geschillen indien de vordering door een lid als eiser wordt ingesteld en indien een niet-lid een eis in reconventie instelt die in rechtstreeks verband staat tot een tegen dit niet-lid door een lid ingestelde vordering.
Verbindendheid van het arbitrale beding zelf in verband met het beroep op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.