NJ 1991, 462
HR, 09-02-1990, nr. 14130: Staat/Van Amersfoort
HR 09-02-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AC0747, m.nt. C.J.H. Brunner (Staat/Van Amersfoort)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 februari 1990
- Magistraten
Martens, Bloembergen, Haak, Roelvink, Boekman
- Zaaknummer
14130
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
AC0747
- Roepnaam
Staat/Van Amersfoort
- JCDI
JCDI:ADS113519:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht / Bodem
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AC0747, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑02‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AC0747, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑1990
- Wetingang
BW art. 1401; IBS art. 21
Essentie
Milieurecht. Bodemverontreiniging. Verhaalsrecht Staat. Betekenis art. 21 Interimwet bodemsanering. Onrechtmatige daad vervuiler jegens de Staat. Voor art. 1401 BW geldende vereisten: ‘1401-belang’ en relativiteit.
Samenvatting
Het in art. 21 van die wet geregelde verhaalsrecht is in belangrijke mate in het leven geroepen om de kosten van sanering van in het verleden ernstig verontreinigde grond te doen dragen door degene door wiens onrechtmatige daad de verontreiniging is veroorzaakt.
Het artikel bracht geen wijziging in het destijds bestaande, aan de verhaalsvordering ten grondslag te leggen recht. De rechtszekerheid in aanmerking genomen en nu de wetsgeschiedenis geen ondubbelzinnige aanwijzingen geeft voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.