NJ 1990, 363
HR, 02-02-1990, nr. 7647
HR 02-02-1990, ECLI:NL:HR:1990:AB7888
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 1990
- Magistraten
De Groot, Hermans, Haak, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
7647
- LJN
AB7888
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AB7888, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑1990
- Wetingang
BW art. 1:246
Essentie
Geschil over uitoefening ouderlijke macht na echtscheiding.
Samenvatting
Gescheiden ouders die de ouderlijke macht zijn blijven uitoefenen twisten over de vraag bij wie van hen hun kind zal verblijven. De kinderrechter beslist dat de ouderlijke macht uitsluitend door de vader zal worden uitgeoefend totdat de bevoegde rechter nader zal hebben beslist op voogdijverzoeken van elk van beide ouders.
Door naar aanleiding van het geschil over de verblijfplaats van het kind zo te beslissen, is de kinderrechter niet de vrijheid te buiten gegaan welke art. 1:246 lid 2 tweede zin BW hem verleent, mede blijkens de parlementaire ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.