M en R 1991, 33
HR, 26-01-1990, nr. 13724: Vlaardingen: Windmill
HR 26-01-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AC0965, m.nt. P.W.A. Gerritzen-Rode (Vlaardingen: Windmill,Windmill)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 januari 1990
- Magistraten
Martens, Ras, Bloembergen, Roelvink, Davids, Mok
- Zaaknummer
13724
- Noot
P.W.A. Gerritzen-Rode
- LJN
AC0965
- Roepnaam
Vlaardingen: Windmill
Windmill
- JCDI
JCDI:ADS879106:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AC0965, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AC0965, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑1990
- Wetingang
Essentie
De regeling van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren zou op onaanvaardbare wijze worden doorkruist wanneer de Staat, die als beheerder van een oppervlaktewater aan die wet de bevoegheid ontleent tot het verlenen van vergunning voor en het instellen van heffingen terzake van lozingen in dat water van in die wet bedoelde stoffen, op grond van zijn eigendom van dat water bevoegd zou zijn om die lozing afhankelijk te stellen van zijn al dan niet, of eventueel slechts tegen betaling te verlenen toestemming.
Partij(en)
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën), eiser tot cassatie, incidenteel verweerder,
tegen
Windmill Holland BV, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.