NJ 1989, 756
HR, 30-06-1989, nr. 7543
HR 30-06-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AD0842
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 1989
- Magistraten
Ras, De Groot, Hermans, Verburgh, Boekman, Ten Kate
- Zaaknummer
7543
- LJN
AD0842
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AD0842, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AD0842, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑1989
- Wetingang
Rv (oud) art. 343; Rv (oud) art. 344; Rv (oud) art. 345; Rv (oud) art. 346; Rv (oud) art. 347; Rv (oud) art. 348; Rv (oud) art. 349; Rv (oud) art. 350; Rv (oud) art. 351; Rv (oud) art. 352; Rv (oud) art. 353; Rv (oud) art. 354; Rv (oud) art. 355; Rv (oud) art. 356; Rv (oud) art. 357
Essentie
Onbegrijpelijke uitleg van appelgrief. Treden buiten rechtsstrijd van partijen.
Partij(en)
X te S, verzoekster tot cassatie, adv. Mr. E. Grabandt,
tegen
Y te T, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Gerechtshof:
4.1
Het hof stelt voorop dat beide ouders in staat zijn om op verantwoorde wijze het gezag over de minderjarige A uit te oefenen, hetgeen met name blijkt uit voormeld rapport van de Raad van de Kinderbescherming.
Nu van de zijde van de man is betoogd, dat het zogenaamde 'co-ouderschap' moet worden gezien als een oplossing van het te dezen bestaande geschil ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.