RvdW 1989, 105
HR, 14-04-1989, nr. 13822: Harmonisatiewetarrest
HR 14-04-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AD5725 (Harmonisatiewetarrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 april 1989
- Magistraten
Martens, Bloembergen, Haak, Roelvink, Boekman
- Zaaknummer
13822
- LJN
AD5725
- Roepnaam
Harmonisatiewetarrest
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AD5725, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AD5725, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑1989
- Wetingang
Harmonisatiewet; GW art. 93; GW art. 120; EVRM art. 6; EVRM art. 14; Statuut art. 49; IVBP art. 26; IVESC art. 2 lid 1; IVESC art. 13 lid 1; IVESC art. 13 lid 2; Verdrag van Parijs bestrijding discriminatie in het onderwijs
Essentie
Harmonisatiewet. Wet in formele zin. Uitleg van art. 120 Grondwet (Gr.w). Geen toetsing aan fundamentele rechtsbeginselen van de Nederlandse rechtsorde die nog geen uitdrukking hebben gevonden in enige, een ieder verbindende verdragsbepaling. Art. 6 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) verplicht niet tot een toetsing aan ongeschreven fundamentele rechtsbeginselen. Uitleg van art. 49 Statuut voor het Koninkrijk. Geen toetsing aan het Statuut voor het Koninkrijk.
(Het vonnis a quo (Pres. Rb. 's‑Gravenhage, 11 aug. 1988) is gepubliceerd in NJB 1988, p. 1031; ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.