NJ 1989, 532
HR, 07-04-1989, nr. 13512
HR 07-04-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AB9739
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 april 1989
- Magistraten
Martens, Bloembergen, Haak, Boekman, Davids, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
13512
- LJN
AB9739
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AB9739, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑04‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AB9739, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑1989
- Wetingang
BW art. 1401; Sv art. 89; Sv art. 90; EVRM art. 5 lid 5
Essentie
Onrechtmatige daad. Inverzekeringstelling. Verhouding tussen art. 1401 BW en art. 89 e.v. Sv. Aanspraak op volledige vergoeding van schade ten gevolge van de onrechtmatige vrijheidsbeneming.
Partij(en)
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie), te 's‑Gravenhage, eiser tot cassatie, adv. Mr. J.L. de Wijkerslooth,
tegen
X, te Y, verweerder in cassatie, adv. Mr. drs. G.S. Koopman-Rond.
Voorgaande uitspraak
Rechtbank:
O. ten aanzien van het recht:
1
Tussen pp. staat als enerzijds gesteld, anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken en/of blijkend uit de overgelegde produkties vast:
op 17 nov. 1981 is X door de politie als verdacht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.