HR, 03-03-1989, nr. 13541

Documentgegevens:

HR 03-03-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AL7834, m.nt. J.C. Schultsz

Instantie: Hoge Raad
Datum: 3 maart 1989
Magistraten: Ras, De Groot, Hermans, Verburgh, Boekman, Strikwerda
Zaaknummer: 13541
Noot: J.C. Schultsz
LJN: AL7834
JCDI: JCDI:ADS142322:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1989:AL7834, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AL7834, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑1989
Wetingang: Wet ABart. 1; Wet ABart. 2; Wet ABart. 3; Wet ABart. 4; Wet ABart. 5; Wet ABart. 6; Wet ABart. 7; Wet ABart. 8; Wet ABart. 9; Wet ABart. 10; Wet ABart. 11; Wet ABart. 12; Wet ABart. 13; Wet ABart. 14; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°

Essentie

Zeevervoer; ladingschade.

Samenvatting

Vordering tegen USSR. Verweer dat niet USSR maar de Sovjet-organisatie UNF eigenares van het schip was. Onvoldoende motivering van beslissing dat rechtspersoonlijkheid van UNF naar Russisch recht niet bewezen is.

Partij(en)

De Unie van Socialistische Sovjet Republieken (USSR), te Moskou, eiseres tot cassatie, adv. Mr. G.M.M. den Drijver,

tegen

ICC Handelmaatschappij (Holland) NV, te Amsterdam, verweerster in cassatie, niet verschenen.

Voorgaande uitspraak

Gerechtshof:

3.3

Bij het tussenarrest van 10 sept. 1981 werd appellante toegelaten, voor zover nodig opgedragen, te bewijzen dat ten tijde van het onderhavige vervoer met de Marshal Biryuzov dit schip voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.