HR, 03-03-1989, nr. 13538
ECLI:NL:HR:1989:AB8336
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
03-03-1989
- Zaaknummer
13538
- LJN
AB8336
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1989:AB8336, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑03‑1989; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:1988:8
- Vindplaatsen
Uitspraak 03‑03‑1989
Inhoudsindicatie
Verbintenissenrecht. Fatale termijn. Wat zijn partijen overeengekomen over het tijdstip voor nakoming? Sluit het enkele gebruik van een term als ‘omstreeks’ of ‘ongeveer’ uit dat de debiteur van rechtswege door enkel tijdsverloop in gebreke zal zijn?
3 maart 1989
Eerste Kamer
Nr. 13.538
S.J.
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de vennootschap onder firma Handelsonderneming Bohei,
gevestigd te Arnhem,
EISERES tot cassatie,
advocaat: Mr. A.N. Huizenga,
t e g e n
Business Centre Hupra B.V.
gevestigd te Arnhem,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: Mr. M.J. Geus.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie – hierna te noemen Hupra – heeft bij exploot van 19 september 1980 eiseres tot cassatie – hierna te noemen Bohei – gedagvaard voor de Rechtbank te Arnhem en gevorderd Bohei te veroordelen tot betaling van f 16.180,--.
Nadat Bohei tegen die vordering verweer had gevoerd, en Hupra haar eis had verminderd tot f 15.259,-- heeft de Rechtbank bij vonnis van 6 januari 1983 de vordering toegewezen tot een bedrag van f 12.759,--.
Tegen dit vonnis heeft Bohei hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 24 maart 1987 heeft het Hof het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het Hof heeft Bohei beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Hupra heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
Het middel faalt op de gronden uiteengezet in de conclusie van het Openbaar Ministerie.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Bohei in de kosten van het geding in cassatie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Hupra begroot op f 456,30 aan verschotten en f 2.500,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren Mrs. De Groot, als voorzitter, Verburgh en Boekman, en in het openbaar uitgesproken door Mr. Hermans op 3 maart 1989.