RvdW 1989, 14
HR, 23-12-1988, nr. 13425
HR 23-12-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0568
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 1988
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Haak, Roelvink, Davids
- Zaaknummer
13425
- LJN
AD0568
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0568, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0568, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑1988
- Wetingang
BW art. 747; BW art. 1356 onder 1°; BW art. 1374; NBW art. 3.2.3; NBW art. 3.1.1.3; BW art. 3:4; BW art. 3:35; RO art. 99 lid 1 onder 2°; Rv art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Verkoop en overdracht onroerend goed. Stelplicht, informatieplicht verkoper. Erfdienstbaarheid door bestemming. Motivering.
Samenvatting
Verweer van verkoper dat een bepaald gedeelte van het perceel zoals het in de transportakte was omschreven, niet in de verkoop was begrepen en dat de koper dat had moeten begrijpen. Om tot tegenbewijs tegen de akte te worden toegelaten zal de verkoper op zijn minst concrete omstandigheden moeten hebben gesteld die meebrengen dat dit geval zich inderdaad voordoet.
Het ligt in de eerste plaats op de weg van de verkoper om aan een eventuele gegadigde duidelijkheid te verschaffen omtrent hetgeen zijn aanbod omvat; de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.