NJ 1989, 260
HR, 04-11-1988, nr. 13334
HR 04-11-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AB8918, m.nt. W.M. Kleijn
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 november 1988
- Magistraten
Snijders, Bloembergen, Haak, Boekman, Davids, Hartkamp
- Zaaknummer
13334
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
AB8918
- JCDI
JCDI:ADS113421:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AB8918, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑11‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AB8918, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑1988
- Wetingang
BW art. 737; BW art. 750; NBW art. 5.6.7; NBW art. 3.7.1.1 lid 3; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Erfdienstbaarheid van doorgang. Motivering.
Samenvatting
Indien een heersend erf wordt verdeeld in dier voege dat een gedeelte (A) wordt overgedragen aan een derde en een ander gedeelte (B) aan de eigenaar van het lijdend erf, komen de beide eigenaars van het heersend erf met betrekking tot de uitoefening van de erfdienstbaarheid tot elkander te staan in een bijzondere rechtsverhouding die mede beheerst wordt door eisen van redelijkheid en billijkheid. Deze eisen kunnen met zich meebrengen dat in geval van een erfdienstbaarheid van doorgang de eigenaar van gedeelte B gehouden is om over dat gedeelte aan de eigenaar van gedeelte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.