NJ 1989, 57
HR, 14-10-1988, nr. 13419
HR 14-10-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AC3779
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 1988
- Magistraten
Bloembergen, Roelvink, Davids, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
13419
- LJN
AC3779
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AC3779, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AC3779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑1988
- Wetingang
BW art. 1:152; RO art. 99 lid 1 onder 2°; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°; Rv (oud) art. 141; Rv (oud) art. 176; Rv (oud) art. 177
Essentie
Echtscheiding. Schuld aan de duurzame ontwrichting van het huwelijk; feitelijk oordeel; motivering; stelplicht. Discretionaire bevoegdheid van rechter tot ambtshalve aanbevelen van getuigenverhoor.
Partij(en)
X, te 's‑Gravenhage, eiseres tot cassatie, adv. Mr. A.J.Th. de Bree,
tegen
Y, te 's‑Gravenhage, verweerder in cassatie, adv. Mr. E.J. Eggink.
Voorgaande uitspraak
Gerechtshof:
Partij Y — de man — heeft bij exploit van 4 juni 1984 partij X — de vrouw — gedagvaard voor genoemde Rb. en gevorderd tussen pp. echtscheiding subs. scheiding van tafel en bed uit te spreken.
De vrouw heeft tegen deze vordering verweer gevoerd en subs. voor het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.