NJ 1989, 56
HR, 07-10-1988, nr. 13318
HR 07-10-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AB9977
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 oktober 1988
- Magistraten
Ras, Martens, Hermans, Bloembergen, Boekman, Mok
- Zaaknummer
13318
- LJN
AB9977
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AB9977, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑10‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AB9977, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑1988
- Wetingang
BW art. 1638d; BW art. 1638q; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Arbeidsovereenkomst.
Samenvatting
Verplichting van de werknemer haar bereidheid de bedongen arbeid te verrichten aan de werkgever kenbaar te maken. Matiging van de verhoging ex art. 1638q BW; motivering.
Partij(en)
Mathea Maria Elisabeth Vaassen, te Stein, eiseres tot cassatie, adv. voorheen Mr. F. Moss, thans Mr. S. Crommelin,
tegen
Stichting SOV Catering Services, te Utrecht, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Rechtbank:
Nadat SOV bij schrijven van 5 juni 1984 aan Vaassen ontslag op staande voet had aangezegd, heeft Vaassen bij aangetekend schrijven van haar raadsman van 12 juni 1984 de nietigheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.