NJ 1989, 238
HR, 10-08-1988, nr. 13237: Matthes/Noordhollandse Brandverzekering
HR 10-08-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AC1557, m.nt. W.C.L. van der Grinten (Matthes/Noordhollandse Brandverzekering)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 augustus 1988
- Magistraten
Martens, Van Den Blink, Hermans, Bloembergen, Boekman
- Zaaknummer
13237
- Conclusie
A-G Asser
- Noot
W.C.L. van der Grinten
- LJN
AC1557
- Roepnaam
Matthes/Noordhollandse Brandverzekering
- JCDI
JCDI:ADS62776:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AC1557, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑08‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AC1557, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑1988
- Wetingang
K art. 293; RO art. 99 lid 1 onder 2°; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Brandverzekering. Verandering van bestemming van het verzekerde gebouw als verzwaring van het verzekerde risico. Feitelijk oordeel. Motivering.
Partij(en)
Hendrik Johan Rudolf Matthes, te Zwolle, eiser tot cassatie, incidenteel verweerder, adv. Jhr.Mr. J.L.R.A. Huydecoper,
tegen
NV Noordhollandsche van 1816 Algemene Verzekeringsmaatschappij, te Oudkarspel, gem. Langedijk, verweerster in cassatie, incidenteel eiseres, adv. Mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt.
Voorgaande uitspraak
Gerechtshof:
(…)
4
De grief
4.1
Deze strekt ten betoge dat de Rb. ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat nu de vier kinderen van Matthes uit het verzekerde gebouw zijn vertrokken en in hun plaats vier huurders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.