NJ 1990, 53
HR, 24-06-1988, nr. 13205
HR 24-06-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0383, m.nt. J.C. Schultsz
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juni 1988
- Magistraten
Snijders, De Groot, Bloembergen, Haak, Boekman, Franx
- Zaaknummer
13205
- Noot
J.C. Schultsz
- LJN
AD0383
- JCDI
JCDI:ADS156341:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0383, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑06‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0383, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑1988
- Wetingang
K art. 455; K art. 469 lid 3; K art. 518k; K art. 519q; NBW art. 8.5.2.10; NBW art. 8.5.2.49; NBW art. 8.5.2.50
Essentie
Bevrachting. Persoonlijke gebondenheid aan bevrachtingsovereenkomst van tussenpersoon op grond van art. 455K brengt niet mee dat degene die door de tussenpersoon werd vertegenwoordigd, niet partij bij die overeenkomst is.
Samenvatting
Regresvordering ex art. 518k lid 3K tegen bevrachter van vervrachter tot betaling van de door laatstgenoemde aan de ladingontvanger/cognossementhouder, als vergoeding voor geweigerde resp. beschadigde lading, betaalde bedragen. ‘Gehoudenheid’ als bedoeld in art. 518k lid 3 K, ten onrechte niet beoordeeld naar volgens cognossement toe te passen Nederlands recht? ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.