HR, 17-06-1988, nr. 7374

Documentgegevens:

HR 17-06-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0362

Instantie: Hoge Raad
Datum: 17 juni 1988
Magistraten: Martens, De Groot, Bloembergen, Haak, Boekman, Biegman-Hartogh
Zaaknummer: 7374
LJN: AD0362
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Vermogensrecht (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1988:AD0362, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑06‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0362, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑1988
Wetingang: Fw art. 1; BW art. 2:53; BW art. 2:54; BW art. 2:55; BW art. 2:56; BW art. 2:57; BW art. 2:58; BW art. 2:59; BW art. 2:60; BW art. 2:61; BW art. 2:62; BW art. 2:63; RO art. 99 lid 1 onder 2°

Essentie

Faillissement, uitgesproken op verzoek van crediteur-rechtspersoon. Pluraliteit van crediteuren. Zelfstandigheid van die rechtspersoon. Feitelijk oordeel.

Partij(en)

Adrianus van der Kramer, te Zwijndrecht, verzoeker tot cassatie, adv. Mr. K.T.B. Salomons,

tegen

De Cooperatieve Rabobank Oostvoorne BA, te Oostvoorne, gem. Westvoorne, verweerster in cassatie, adv. Mr. R.D. Vriesendorp.

Voorgaande uitspraak

Gerechtshof:

4

De grief van appellant komt er op neer, dat het faillissement ten onrechte is uitgesproken omdat er slechts sprake is van een vordering van een schuldeiser.

Het hof overweegt te dien aanzien dat summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van geintimeerde, alsmede van het bestaan van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.