NJ 1989, 51
HR, 06-05-1988, nr. 13110: Holland/De Kortenhoeff
HR 06-05-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AB9418, m.nt. W.H. Heemskerk (Holland/De Kortenhoeff)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 mei 1988
- Magistraten
Ras, Van Den Blink, De Groot, Hermans, Haak, Leijten
- Zaaknummer
13110
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AB9418
- Roepnaam
Holland/De Kortenhoeff
- JCDI
JCDI:ADS125479:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AB9418, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑05‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AB9418, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑05‑1988
- Wetingang
Rv (oud) art. 156; Rv (oud) art. 157; Rv (oud) art. 253; RO art. 39
Essentie
Absolute competentie en appellabiliteit in burgerlijke zaken bij cumulatie van vorderingen.
Samenvatting
Vatbaarheid voor hoger beroep van uitspraak rechtbank aan wie — hetzij door dezelfde partij hetzij enerzijds in conventie en anderzijds in reconventie — zijn voorgelegd een vordering die tot de kennisneming van de kantonrechter behoort uit hoofde van het onderwerp van het geschil en een vordering die tot de bevoegdheid van de rechtbank behoort. Verwijzing naar HR 22 april 1988, RvdW 1988, 80. Rechtsvordering betrekkelijk tot huur.
Partij(en)
Hermanus Dimphinus Henricus Maria Holland, te Roosendaal, gem. Roosendaal en Nispen, eiser tot cassatie, incidenteel verweerder, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.