HR, 15-04-1988, nr. 13201

Documentgegevens:

HR 15-04-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD2228

Instantie: Hoge Raad
Datum: 15 april 1988
Magistraten: Snijders, Van Den Blink, De Groot, Bloembergen, Haak, Franx
Zaaknummer: 13201
LJN: AD2228
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1988:AD2228, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑04‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD2228, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑1988
Wetingang: WUV art. 44; EVRM art. 6; Rv (oud) art. 419 lid 2

Essentie

Vordering tot betaling van op uitkeringen ingevolge de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (WUV) ingehouden bedragen. Formele rechtskracht van beschikking op desbetreffend bezwaarschrift nu daartegen beroep op de Centrale Raad van Beroep — met volledige toetsing van die beschikking — heeft opengestaan. Onvoldoende concrete klacht betreffende overschrijding van de ‘redelijke termijn’ van art. 6 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Novum in cassatie.

Partij(en)

Jannette Charlotte Randwijk, weduwe van John William Schlechter, te Ulft, gem. Gendringen, eiseres tot cassatie, adv. Mr. J.M. Karstens,

tegen

De Staat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.