NJ 1989, 3
HR, 25-03-1988, nr. 7324
HR 25-03-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AC2367, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 1988
- Magistraten
Ras, Martens, Bloembergen, Roelvink, Boekman, Franx
- Zaaknummer
7324
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AC2367
- JCDI
JCDI:ADS114189:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AC2367, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AC2367, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑1988
- Wetingang
Rv (oud) art. 876; Rv (oud) art. 878; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor. Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep.
Samenvatting
De wettelijke uitsluiting van hogere voorziening brengt mee dat het cassatieberoep alleen ontvankelijk is indien er over wordt geklaagd dat het hof art. 878 in samenhang met art. 876 Rv ten onrechte of met verzuim van essentiele vormen heeft toegepast (of ten onrechte buiten toepassing heeft gelaten). Klachten over verzuim van de wettelijke motiveringseis kunnen niet worden aangemerkt als klachten over verzuim van essentiele vormen. Verwijzing naar HR 29 maart 1985, NJ 1986, 242.
Partij(en)
De Staat der Nederlanden, (het Ministerie van Economische Zaken), te 's‑Gravenhage, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.