AB 1988, 547
HR, 10-02-1988, nr. 23 925
HR 10-02-1988, ECLI:NL:HR:1988:ZC3761, m.nt. B.W.N. de Waard
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 1988
- Magistraten
Royer, Jansen, Van Der Linde, Baardman, Bellaart
- Zaaknummer
23 925
- Noot
B.W.N. de Waard
- LJN
ZC3761
- JCDI
JCDI:ADS60536:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:ZC3761, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑1988
- Wetingang
AWR art. 47; AWR art. 29; WARB art. 14
Essentie
Algemene beginselen van procesrecht; fundamenteel verschil tussen fase voorafgaand aan beroep bij het gerechtshof en de daarop volgende fase; onbevoegdelijk door inspecteur verkregen gegevens.
Samenvatting
Het antwoord op de vraag, of het een inspecteur vrijstaat om, nadat in een belastingzaak beroep bij de rechter is ingesteld, ter verkrijging van nadere gegevens die hij ten behoeve van de bewijsvoering in die zaak meent nodig te hebben, alsnog van de belanghebbende te vorderen dat deze boeken en/of bescheiden ter inzage verstrekt, moet worden gezocht in de algemene beginselen van procesrecht.
Niet kan worden aanvaard dat gedurende de loop van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.