NJ 1988, 439
HR, 18-12-1987, nr. 13064
HR 18-12-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AD0112, m.nt. W.C.L. van der Grinten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 december 1987
- Magistraten
Ras, Van Den Blink, De Groot, Bloembergen, Boekman, Mok
- Zaaknummer
13064
- Noot
W.C.L. van der Grinten
- LJN
AD0112
- JCDI
JCDI:ADS142271:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Financieel recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AD0112, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑12‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AD0112, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑1987
- Wetingang
BW art. 1279; BW art. 1280; BW art. 1281; BW art. 1282; BW art. 1283; BW art. 1284; BW art. 1285; BW art. 1286; BW art. 1287; BW art. 1288; BW art. 1401; K art. 205; K art. 206; K art. 207; K art. 208; K art. 209; K art. 210; K art. 211; K art. 212; K art. 213; RO art. 99 lid 1 onder 2°
Essentie
Onrechtmatige daad van bank, die een haar aangeboden cheque zonder nader onderzoek naar de bevoegdheid van de houder uitbetaalt aan die houder die niet is degene aan wie de cheque betaalbaar was gesteld.
Samenvatting
Onrechtmatigheid eveneens jegens degene bij wie — in plaats van bij de nemer of de latere verkrijger van de cheque — de schade in de vorm van derving van het op de cheque uit te betalen bedrag uiteindelijk terecht is gekomen. Schade door verlies van vordering kan ook worden geleden door een ander dan degene die op het moment van het verlies rechthebbende op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.