NJ 1988, 1015
HR, 24-04-1987, nr. 12887
HR 24-04-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AG5588, m.nt. W.M. Kleijn
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 1987
- Magistraten
Snijders, Van Den Blink, De Groot, Bloembergen, Haak, Franx
- Zaaknummer
12887
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
AG5588
- JCDI
JCDI:ADS62739:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AG5588, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AG5588, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑1987
- Wetingang
BW art. 667; BW art. 1395; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Onverschuldigde betaling. Uitkering schadepenningen op grond van cessie of volmacht?
Samenvatting
Hoedanigheid waarin ontvanger van de schadepenningen zich tegenover verzekeraar heeft gepresenteerd. Motivering.
Partij(en)
Ennia Schadeverzekering NV, te 's‑Gravenhage, eiseres tot cassatie, adv. Mr. J.W. Lely,
tegen
Bavaria BV, te Lieshout, verweerster in cassatie, adv. Mr. R.M. Schutte.
Voorgaande uitspraak
Gerechtshof:
3
De gronden voor het hoger beroep
De grieven luiden:
In het principaal appel:
Grief I
Ten onrechte heeft de Rb. overwogen dat 'in elk geval tot het beloop van Bavaria's vordering op Oosterbosch Ennia op het ogenblik van betaling in de gerechtvaardigde veronderstelling moet hebben verkeerd aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.