NJ 1987, 829
HR, 10-04-1987, nr. 12919
HR 10-04-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AG5572, m.nt. W.C.L. van der Grinten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 1987
- Magistraten
Ras, Van Den Blink, De Groot, Hermans, Haak, Hartkamp
- Zaaknummer
12919
- Noot
W.C.L. van der Grinten
- LJN
AG5572
- JCDI
JCDI:ADS62742:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AG5572, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AG5572, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑1987
- Wetingang
Fw art. 33 lid 2; Inv.w art. 16 lid 3
Essentie
Bodembeslag van fiscus.
Samenvatting
Bodembeslag van fiscus op goederen die de gefailleerde in eigendom tot zekerheid had overgedragen aan de bank. Invloed op het bodembeslag van de afstand die de bank heeft gedaan van haar zekerheidseigendom. Beperkte strekking van artikel 16 lid 3 Invorderingswet (Wet van 22 mei 1845, Stb. 22).
Partij(en)
De ontvanger der directe belastingen, te Breukelen, eiser tot cassatie, adv. Mr. H.D.O. Blauw,
tegen
Mr. L.G. Baud, in haar hoedanigheid van curator in het faillissement van H. Middelkoop, te Breukelen, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.