NJ 1987, 606
HR, 03-04-1987, nr. 12851
HR 03-04-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AB8384
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 april 1987
- Magistraten
Ras, Martens, Bloembergen, Haak, Roelvink, Franx
- Zaaknummer
12851
- LJN
AB8384
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AB8384, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑04‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AB8384, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑1987
- Wetingang
BW art. 1639d; BW art. 1279; BW art. 1280; BW art. 1281; BW art. 1282; BW art. 1283; BW art. 1284; BW art. 1285; BW art. 1286; BW art. 1287; BW art. 1288; NBW art. 6.3.1.1; NBW art. 7.10.4.3; RO art. 99 lid 1 onder 2°; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Aansprakelijkheid van werknemer voor wanprestatie. ‘Ernstig verwijt’. Feitelijke oordelen. Motivering.
Partij(en)
Koninklijke Fabrieken Posthumus BV, te Amsterdam, eiseres tot cassatie, adv. Mr. J.L.W. Sillevis Smitt,
tegen
Ulbe Terpstra, te Schagen (NH), verweerder in cassatie, adv. Mr. R.M. Schutte.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie — verder te noemen Posthumus — heeft bij exploot van 28 febr. 1979 verweerder in cassatie — verder te noemen Terpstra — gedagvaard voor de Rb. te Alkmaar en gevorderd dat de Rb. bij vonnis:
1
Terpstra zal veroordelen om aan Posthumus tegen kwijting te betalen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.