NJ 1988, 54
HR, 23-01-1987, nr. 12768
HR 23-01-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AG5516, m.nt. A.H.J. Swart
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 1987
- Magistraten
Snijders, Van Den Blink, De Groot, Hermans, Roelvink, Mok
- Zaaknummer
12768
- Noot
A.H.J. Swart
- LJN
AG5516
- JCDI
JCDI:ADS62716:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AG5516, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AG5516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑1987
- Wetingang
Vw art. 32 lid 1; Vw art. 38 lid 1; Vc 1982; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Vreemdelingenrecht. Uitzetting van vreemdeling (Ethiopier).
Samenvatting
Geen ‘voorlopig gedogen’, al of niet op grond van art. 32 lid 1 Vreemdelingenwet; geen opgewekte verwachtingen bij de vreemdeling. ‘Vluchtsituatie’ in de zin van Vreemdelingencirculaire 1982 (hoofdstuk B7 punt 5.1). Niet begrijpelijke oordelen van het hof dienaangaande en aangaande status als vluchteling*
Partij(en)
Abdu Khalifa, te Amsterdam, eiser tot cassatie, adv. Mr. G.M.M. den Drijver,
tegen
De Staat der Nederlanden, te 's‑Gravenhage, verweerder in cassatie, adv. Mr. J.L. de Wijkerslooth.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie — verder te noemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.