NJ 1986, 826
HR, 08-07-1986, nr. 12691
HR 08-07-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC0452
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 1986
- Magistraten
Ras, Martens, Van Den Blink, De Groot, Boekman, Franx
- Zaaknummer
12691
- LJN
AC0452
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC0452, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC0452, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑1986
- Wetingang
BW art. 1639p lid 2 onder 10°; RO art. 99 lid 1 onder 2°
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontslag op staande voet. Dringende reden. Weigering te voldoen aan (redelijke?) opdracht. ‘Rechtens aanvaardbaar belang’ aan de zijde van de werkgever voor het geven van de opdracht. Feitelijk oordeel.
Partij(en)
Evert Roozendaal, te Putten (Gld.), eiser tot cassatie, adv. Mr. J.M. Barendrecht,
tegen
Gebroeders Schotsman BV, te Putten (Gld.), verweerster in cassatie, adv. Mr. R.A.A. Duk.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Bij verzoekschrift van 12 mei 1982 heeft eiser tot cassatie — verder te noemen Roozendaal zich gewend tot de Ktr. te Harderwijk met het verzoek verweerster in cassatie — verder te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.