NJ 1987, 433
HR, 11-04-1986, nr. 12630
HR 11-04-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC1960, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 1986
- Magistraten
Ras, Martens, De Groot, Hermans, Boekman, Ten Kate
- Zaaknummer
12630
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AC1960
- JCDI
JCDI:ADS62712:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC1960, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC1960, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑1986
- Wetingang
K art. 251; Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 348; Rv (oud) art. 353; Rv (oud) art. 347
Essentie
Verzekeringsovereenkomst. Verzwijging.
Samenvatting
Onjuist ingevuld aanvraagformulier. Verzekeraar niettemin bekend met onjuistheid? Grenzen van de rechtsstrijd. Bewijsaanbod? Nieuwe weren in appel bij memorie na deskundigenbericht. Goede procesorde. Bewijslast en bewijsrisico ter zake van verzwijging.
Partij(en)
1. Ennia Schadeverzekering NV, te 's‑Gravenhage,
2. Hollandsche Verzekering Societeit 1808 NV, te Amsterdam, eiseressen tot cassatie, adv. Mr. J.W. Lely,
tegen
Geert Bodde, te Veendam, verweerder in cassatie, adv. Mr. P.S. Kamminga.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Verweerder in cassatie — verder te noemen Bodde — heeft bij exploten van 30 mei 1978 en 2 juni 1978 eiseressen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.