NJ 1986, 622
HR, 11-04-1986, nr. 12576: Baartman/Huijbers
HR 11-04-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC1957, m.nt. W.C.L. van der Grinten (Baartman/Huijbers)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 1986
- Magistraten
Ras, Martens, Van Den Blink, De Groot, Boekman, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
12576
- Noot
W.C.L. van der Grinten
- LJN
AC1957
- Roepnaam
Baartman/Huijbers
- JCDI
JCDI:ADS113339:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC1957, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC1957, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑1986
- Wetingang
BW art. 1269; NBW art. 6.4.3.1
Essentie
Vordering van de ene ex-echtgenoot jegens de ander in verband met verbeteringen die de man tijdens huwelijk aan de woning van de vrouw heeft aangebracht. Ongerechtvaardigde verrijking. Redelijkheid en billijkheid.
Partij(en)
Karel Joseph Baartman, te Bergen op Zoom, eiser tot cassatie, adv. Mr. J.M. Barendrecht,
tegen
Margaretha Maria Johanna Huijbers, zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen en buiten het Koninkrijk, verweerster in cassatie, adv. Mr. R. Laret.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Eiser tot cassatie — verder te noemen Baartman — heeft bij exploot van 22 jan. 1982 verweerster in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.