NJ 1987, 149
HR, 21-02-1986, nr. 6898
HR 21-02-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AG5195, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 februari 1986
- Magistraten
Ras, Martens, Van Den Blink, Hermans, Bloembergen, Franx
- Zaaknummer
6898
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AG5195
- JCDI
JCDI:ADS142896:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AG5195, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑02‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AG5195, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑02‑1986
- Wetingang
Bewijsverdrag art. 1 lid 2; Bewijsverdrag art. 5; Bewijsverdrag art. 8; Bewijsverdrag art. 9; Uitv.w Bewijsverdrag; Rv (oud) art. 345
Essentie
Rogatoire commissie, verleend door Amerikaanse rechter (‘Bankruptcy Court’) op grond van Haags Bewijsverdrag. Niet-ontvankelijkheid van incidenteel cassatieberoep ingesteld door die rechter. Zelfstandige beoordeling door de aangezochte rechter van de vraag of een rogatoire commissie voldoet aan de bepalingen van het Bewijsverdrag. Appellabiliteit van de als beschikking op rekest (artikel 345 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)) te beschouwen beslissing van de aangezochte rechter dienaangaande. Ruime uitlegging van artikel 1 Bewijsverdrag; ‘procedure’ in de zin van lid 2 daarvan omvat mede een faillissementsbeheer en — vereffening onder opzicht van een rechterlijke autoriteit.