NJ 1986, 196
HR, 06-12-1985, nr. 12747
HR 06-12-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AB9599
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 1985
- Magistraten
Snijders, Royer, Van Den Blink, Bloembergen, Boekman, Ten Kate
- Zaaknummer
12747
- LJN
AB9599
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AB9599, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AB9599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑1985
- Wetingang
Rv (oud) art. 334; Rv (oud) art. 400
Essentie
Ontvankelijkheid van cassatieberoep in verband met beroep op berusting. Noodzakelijke voorwaarde voor het oordeel dat in een rechterlijke uitspraak is berust.
Partij(en)
Willy Louise Sjoukje Bruinsma, te Hoorn, eiseres tot cassatie, adv. Mr. S.A. Boele,
tegen
1. Johannes Henricus Smit,
2. Anna Maria Sollart, echtgenote van verweerder sub 1, beiden te Amsterdam, verweerders in cassatie, adv. Mr. G.M.M. den Drijver.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Verweerders in cassatie — verder te noemen Smit c.s. — hebben bij exploot van 28 mei 1982 eiseres tot cassatie — verder te noemen Bruinsma — gedagvaard ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.