NJ 1986, 194
HR, 04-10-1985, nr. 6807: Snitjer/Van der Huizen
HR 04-10-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AB8869, m.nt. P.A. Stein (Snitjer/Van der Huizen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 1985
- Magistraten
Ras, Royer, Martens, Van Den Blink, Bloembergen, Van Soest
- Zaaknummer
6807
- Noot
P.A. Stein
- LJN
AB8869
- Roepnaam
Snitjer/Van der Huizen
- JCDI
JCDI:ADS125097:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AB8869, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AB8869, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑1985
- Wetingang
BW art. 1:83; BW art. 1623b; BW art. 1623g; Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 332; Rv (oud) art. 333; Rv (oud) art. 334; Rv (oud) art. 335; Rv (oud) art. 336; Rv (oud) art. 337; Rv (oud) art. 338; Rv (oud) art. 339; Rv (oud) art. 340; Rv (oud) art. 341; Rv (oud) art. 342; Rv (oud) art. 343; Rv (oud) art. 344; Rv (oud) art. 345; Rv (oud) art. 346; Rv (oud) art. 347; Rv (oud) art. 348; Rv (oud) art. 349; Rv (oud) art. 350; Rv (oud) art. 351; Rv (oud) art. 352; Rv (oud) art. 353; Rv (oud) art. 354; Rv (oud) art. 355; Rv (oud) art. 356; Rv (oud) art. 357; Rv (oud) art. 389; Rv (oud) art. 390; Rv (oud) art. 391; Rv (oud) art. 392; Rv (oud) art. 393; Rv (oud) art. 394; Rv (oud) art. 395; Rv (oud) art. 396; Rv (oud) art. 397; Rv (oud) art. 398; Rv (oud) art. 399; Rv (oud) art. 400; Rv (oud) art. 401; Rv (oud) art. 402; Rv (oud) art. 403; Rv (oud) art. 404; Rv (oud) art. 405; Rv (oud) art. 406; Rv (oud) art. 407; Rv (oud) art. 408; Rv (oud) art. 409; Rv (oud) art. 410; Rv (oud) art. 411; Rv (oud) art. 412; Rv (oud) art. 413; Rv (oud) art. 414; Rv (oud) art. 415; Rv (oud) art. 416; Rv (oud) art. 417; Rv (oud) art. 418; Rv (oud) art. 419; Rv (oud) art. 420; Rv (oud) art. 421; Rv (oud) art. 422; Rv (oud) art. 423; Rv (oud) art. 424; Rv (oud) art. 425; Rv (oud) art. 426; Rv (oud) art. 427; Rv (oud) art. 428; Rv (oud) art. 429
Essentie
Huur van woonruimte. Uitsluitend tegen de gehuwde huurder gericht verzoek van de verhuurder om het tijdstip vast te stellen waarop de huurovereenkomst zal eindigen. Ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens kostenveroordeling in hoger beroep. Ambtshalve niet-ontvankelijkheid van het niet tegen beide echtgenoten tezamen gerichte verzoek.
Partij(en)
Menne Snitjer, te Groningen, verzoeker tot cassatie, adv. Mr. R.J.B. Boonekamp,
tegen
Fennegien van der Huizen, te Hoogezand, verweerster in cassatie, adv. Mr. A. H. Buth.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1
Het geding in feitelijke instanties
Op 18 jan. 1984 heeft verweerster in cassatie — verder te noemen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.