NJ 1986, 174
HR, 07-06-1985, nr. 12507
HR 07-06-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC9067
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 1985
- Magistraten
Ras, Royer, Martens, Van Den Blink, Bloembergen, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
12507
- LJN
AC9067
- JCDI
JCDI:ADS156282:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC9067, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC9067, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑06‑1985
- Wetingang
BW art. 1946 lid 2 aanhef onder 3°
Essentie
Verschoningsrecht als getuige van advocaat. Beoordelingsmarge voor rechter.
Samenvatting
De aard van het verschoningsrecht brengt mee dat de opgegeven vragen niet behoeven te worden beantwoord, zolang de rechter aan redelijke twijfel onderhevig acht of die beantwoording naar waarheid zou kunnen geschieden zonder dat geopenbaard wordt wat verborgen dient te blijven. Een verdergaande beoordelingsmarge en met name een afweging van de met het concrete geval gemoeide tegenstrijdige belangen, zoals het middel wil, zou tot een zodanige onzekerheid omtrent de reikwijdte van het verschoningsrecht leiden dat dat daardoor op onaanvaardbare wijze zou worden aangetast.
Partij(en)
X, te Terborg, gem. Wisch, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.