NJ 1986, 3
HR, 22-02-1985, nr. 6758
HR 22-02-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AG4966, m.nt. E.A. Alkema, E.A.A. Luijten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 1985
- Magistraten
Snijders, Royer, Martens, Van Den Blink, Boekman, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
6758
- Noot
E.A. Alkema, E.A.A. Luijten
- LJN
AG4966
- JCDI
JCDI:ADS157257:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal belastingrecht / Discriminatieverbod
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AG4966, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AG4966, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑1985
- Wetingang
EVRM art. 8; EVRM art. 14; BW art. 1:161 lid 5; BW art. 1:170 lid 4
Essentie
Omgangsregeling, verzocht door man ten opzichte van kind dat noch zijn wettig kind is noch door hem is erkend. Rechten van de mens (gezinsleven; geen onderscheid naar geboorte).
Heroverweging door HR van eerdere rechtspraak (26 mei 1977, NJ 1978, 417; 4 nov. 1977, NJ 1978, 418; 10 dec. 1982, NJ 1983, 411). Verruiming van de kring van personen die zich tot de rechter kunnen wenden om een omgangsregeling te doen vaststellen.
Partij(en)
X te Rotterdam, verzoeker tot cassatie, adv. Mr. W.J. Wortelboer,
tegen
Y te H., verweerster in cassatie, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.