NJ 1985, 245
HR, 28-09-1984, nr. 12274: Europahuis/Vertommen
HR 28-09-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AG4867, m.nt. P.A. Stein (Europahuis/Vertommen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 1984
- Magistraten
Drion, Snijders, Martens, Bloembergen, Boekman, Moltmaker
- Zaaknummer
12274
- Noot
P.A. Stein
- LJN
AG4867
- Roepnaam
Europahuis/Vertommen
- JCDI
JCDI:ADS142168:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AG4867, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AG4867, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑1984
- Wetingang
BW art. 1638d; BW art. 1639p; BW art. 1639r lid 5; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°; Rv (oud) art. 141 lid 1
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontslag op staande voet wegens dringende reden.
1. Rol van de voorgeschiedenis.
2. Bereidheid om de bedongen arbeid te blijven verrichten. Stelplicht.
3. Bevoegdheid tot matiging van de gevorderde loonsom. Motivering.
Samenvatting
1. Bij de beoordeling van de vraag of bepaalde gedragingen van de werknemer een dringende reden voor zijn ontslag op staande voet opleveren, moet met de voorgeschiedenis ook rekening worden gehouden als de werknemer in de gegeven omstandigheden moet hebben begrepen dat eerdere -niet met zovele woorden aangeduide -gedragingen van hem hebben bijgedragen tot het oordeel van de werkgever dat ontslag op staande voet op zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.