NJ 1985, 508
HR, 27-04-1984, nr. 6461
HR 27-04-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AG4801, m.nt. F.H.J. Mijnssen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 april 1984
- Magistraten
Ras, Snijders, Royer, Martens, Van Den Blink, Van Soest
- Zaaknummer
6461
- Noot
F.H.J. Mijnssen
- LJN
AG4801
- JCDI
JCDI:ADS157163:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AG4801, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑04‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AG4801, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑04‑1984
- Wetingang
ABW art. 1 lid 2; ABW art. 5; RO art. 99 lid 1 onder 2°; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Verhaal van bijstand. ‘Gezin’ in de zin van art. 1 lid 2 en art. 5 ABW. ‘Economische eenheid’. Feitelijke oordelen. Motivering.
Samenvatting
Het uitgangspunt van de Rb. dat onder de aanduiding ‘gezin’ in voornoemde bepalingen mede is begrepen een relatie tussen samenwonende personen, die in economisch opzicht niet wezenlijk van die in een gezin verschilt -door de Rb. aangeduid als ‘economische eenheid’ -is juist.
Het op een aantal vastgestelde feiten en omstandigheden gebaseerde oordeel van de Rb. dat in het onderhavige geval sprake is van zo'n economische eenheid, is van feitelijke aard en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.