Einde inhoudsopgave
RvdW 1984, 62
HR, 24-02-1984, nr. 6520
HR 24-02-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AG4770
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 1984
- Magistraten
Drion, Snijders, Royer, Martens, Van Den Blink
- Zaaknummer
6520
- LJN
AG4770
- Vakgebied(en)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AG4770, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AG4770, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑02‑1984
- Wetingang
BW art. 1623i; Woonruimtewet 1947 art. 1 lid 1
Essentie
Huur van woonruimte. Verzoek tot voortzetting van de huur; vereiste van overleggen van woonvergunning.
Samenvatting
Uit de parlementaire geschiedenis van art. 1623i BW moet worden afgeleid dat in die bepaling met ‘een vergunning van B en W krachtens de Woonruimtewet 1947’ wordt gedoeld op een aan de verzoeker — en niet: aan de overleden huurder — verleende vergunning.
Conclusie OM: mede over ‘in gebruik nemen’ en ‘betrekken’ in de zin van art. 1 lid 1 Woonruimtewet 1947
Partij(en)
Cornelia Maria de Jong, te 's‑Hertogenbosch, verzoekster tot cassatie, adv. Mr. G.M.M. den Drijver,
tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.