NJ 1985, 102
HR, 10-02-1984, nr. 12179
HR 10-02-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AG4754, m.nt. M. Scheltema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 1984
- Magistraten
Drion, Snijders, Martens, Bloembergen, Boekman, Mok
- Zaaknummer
12179
- Noot
M. Scheltema
- LJN
AG4754
- JCDI
JCDI:ADS142099:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Agrarisch recht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AG4754, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AG4754, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑1984
- Wetingang
BW art. 1401; Rv (oud) art. 398; Ruilverkavelingswet art. 51; Ruilverkavelingswet art. 100; GW art. 133; Bevoegdhedenwet Waterschappen art. 3; Bevoegdhedenwet Waterschappen art. 4; Bevoegdhedenwet Waterschappen art. 5; Bevoegdhedenwet Waterschappen art. 6; Bevoegdhedenwet Waterschappen art. 7; Bevoegdhedenwet Waterschappen art. 8; Bevoegdhedenwet Waterschappen art. 9
Essentie
Onrechtmatige daad? Tegen Plaatselijke Commissie (PC) van een ruilverkaveling en tegen een daarna opgeheven waterschap ingestelde vordering tot vergoeding van aan loodsen veroorzaakte schade.
1. Cassatieberoep, ingesteld door waterschap dat rechtsopvolger is van het opgeheven waterschap, is ontvankelijk.
2. Geen rechtspersoonlijkheid van de PC. De PC als procespartij.
3. Geen onrechtmatige daad van waterschap.
Samenvatting
2. De PC bezit geen rechtspersoonlijkheid en de Ruilverkavelingswet 1954 bevat geen bepaling, ook niet in art. 51 lid 5, op grond waarvan een plaatselijke commissie op eigen naam — als orgaan van een ander wel rechtspersoonlijkheid bezittend overheidslichaam — zou ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.