NJ 1984, 372
HR, 03-02-1984, nr. 12368
HR 03-02-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AB8271
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 1984
- Magistraten
Ras, Snijders, Martens, Bloembergen, Boekman, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
12368
- LJN
AB8271
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AB8271, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AB8271, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑1984
- Wetingang
Rv (oud) art. 56; Rv (oud) art. 59 aanhef onder 3°; Rv (oud) art. 263
Essentie
Desaveu. Proceskosten. Motivering.
Samenvatting
1. Het Hof heeft de vordering tot ontkentenis afgewezen op twee zelfstandige gronden die elk die beslissing kunnen dragen, te weten: 1. dat de gewraakte gedragingen niet zijn aan te merken als verrichtingen van de procureur als bedoeld in art. 263 Rv (r.o. 3) en 2. dat de vrouw door de gewraakte gedragingen niet is benadeeld. De voor het onder 2. bedoelde oordeel door het Hof gegeven motivering is noch innerlijk tegenstrijdig, noch uit anderen hoofde onbegrijpelijk. Dat oordeel is in cassatie tevergeefs bestreden. (Rv art. 263, 59 aanhef en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.