NJ 1985, 526
HR, 27-01-1984, nr. 12164
HR 27-01-1984, ECLI:NL:PHR:1984:AG4742, m.nt. F.H.J. Mijnssen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 januari 1984
- Magistraten
Ras, Royer, Van Den Blink, Bloembergen, Boekman, Franx
- Zaaknummer
12164
- Noot
F.H.J. Mijnssen
- LJN
AG4742
- JCDI
JCDI:ADS62684:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AG4742, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑01‑1984
ECLI:NL:PHR:1984:AG4742, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑1984
- Wetingang
K art. 256; RO art. 99 lid 1 onder 2°; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
Schelmerij-verzekering. Uitlegging polis-clausule. Feitelijke oordelen. Motivering.
Samenvatting
Het gaat hier om een door een bank gesloten zgn. schelmerij-verzekering, waarbij baar geld en andere in de polis omschreven waarden werden gedekt tegen verduistering, valsheid in geschrifte, bedrog of andere oneerlijkheid, gepleegd door een of meer leden van het personeel van verzekerde of daarmee gelijkgestelde personen. De vraag of bepaalde bedragen aan de bank in eigendom bleven toebehoren, is een vraag van uitlegging van de polisclausule. De door het hof gegeven uitlegging geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Conclusie OM: mede over de betekenis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.