NJ 1984, 327
HR, 16-12-1983, nr. 12268
HR 16-12-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AG4720, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 december 1983
- Magistraten
Ras, Snijders, Royer, Martens, Van Den Blink, Ten Kate
- Zaaknummer
12268
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AG4720
- JCDI
JCDI:ADS142156:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AG4720, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑12‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AG4720, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑1983
- Wetingang
Rv (oud) art. 20; Rv (oud) art. 417; EVRM art. 6
Essentie
Cassatieprocedure. Kennisneming door HR van stukken, door procespartij persoonlijk, dus zonder bijstand van een advocaat, overgelegd ten pleidooie? Mensenrechten.
Samenvatting
De HR kan daarvan geen kennis nemen. Uit de art. 407 lid 3, 409 en 417 Rv in onderling verband gelezen, volgt dat in cassatie uitsluitend advocaten tot de pleidooien kunnen worden toegelaten, terwijl uitsluitend stukken kunnen worden overgelegd door advocaten bij de HR.
Conclusie OM o.m. over recht op eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak.
Partij(en)
Mohamed Ali Mahmoud, te 's‑Gravenhage, eiser tot cassatie, adv. Mr. H.W.R. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.