NJ 1984, 367
HR, 02-12-1983, nr. 12191
HR 02-12-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AG4703
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 1983
- Magistraten
Drion, Snijders, Royer, Martens, Bloembergen, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
12191
- Conclusie
A-G Biegman-Hartogh
- LJN
AG4703
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AG4703, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AG4703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑1983
- Wetingang
Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 59
Essentie
Vorderingen van appartementseigenaar tegen andere appartementseigenaar tot beëindiging van kamerverhuur. Grondslag van die vorderingen. Samenloop. Geen ambtshalve aanvulling van rechtsgronden. Motivering.
Samenvatting
Het is niet onbegrijpelijk dat het Hof heeft geoordeeld dat Hoogstra aan zijn vorderingen geen handelen of nalaten van Schelwald ten grondslag heeft gelegd dat ook afgezien van diens bijzondere verplichtingen als appartementseigenaar, jegens hem onrechtmatig was.
Voor zover het middel ervan uitgaat dat Hoogstra's vorderingen mede gebaseerd zijn op hinder die ook afgezien van Schelwalds bijzondere verplichtingen als appartementseigenaar — waaronder die uit voormeld art. 9 Algemeen Reglement om zich van ‘onredelijke hinder’ te onthouden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.