NJ 1984, 254
HR, 21-10-1983, nr. 12099/12100
HR 21-10-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AG4665, m.nt. J.M.M. Maeijer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 oktober 1983
- Magistraten
Drion, Snijders, Royer, Van Den Blink, Bloembergen, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
12099/12100
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AG4665
- JCDI
JCDI:ADS142261:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AG4665, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑10‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AG4665, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑1983
- Wetingang
BW art. 668; BW art. 1375; BW art. 1982; K art. 32; Rv (oud) art. 59 onder 3°
Essentie
‘Cessie ter incasso’. Vennootschap onder firma, die vordering aanhangig heeft gemaakt, draagt die vordering tijdens de loop van het geding over aan BV en wordt ontbonden. Gevolgen. Motivering.
Samenvatting
1. Een schuldeiser kan — al dan niet met gebruik van de term cessie ter incasso — aan een derde de last geven de vordering op eigen naam te innen. Een zodanige last kan ook ter gelegenheid van de overdracht van een vordering uitdrukkelijk worden bedongen of in de overeenkomst opgesloten liggen in dier voege dat de oorspronkelijke schuldeiser bevoegd blijft de vordering op eigen naam, doch ten behoeve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.