HR, 27-05-1983, nr. 12109: Avermann/Vriezema

Documentgegevens:

HR 27-05-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AG4602, m.nt. J.C. Schultsz (Avermann/Vriezema)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 27 mei 1983
Magistraten: Ras, Snijders, Haardt, Royer, Martens, Franx
Zaaknummer: 12109
Noot: J.C. Schultsz
LJN: AG4602
Roepnaam: Avermann/Vriezema
JCDI: JCDI:ADS142103:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1983:AG4602, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑05‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AG4602, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑1983
Wetingang: EEX-Verdrag art. 5 onder 5°; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°; Wet ABart. 1; Wet ABart. 2; Wet ABart. 3; Wet ABart. 4; Wet ABart. 5; Wet ABart. 6; Wet ABart. 7; Wet ABart. 8; Wet ABart. 9; Wet ABart. 10; Wet ABart. 11; Wet ABart. 12; Wet ABart. 13; Wet ABart. 14

Essentie

Internationaal privaatrecht.

1. Art. 5 onder 5 EEG-Executieverdrag: ‘andere vestiging’. Motiveringsgebrek.

2. Op de verjaring en het verval van rechten uit verbintenis toepasselijke wet. Aanwijzingen voor de rechter na verwijzing.

Samenvatting

1. Indien de Rb. is uitgegaan van de opvatting van het HvJ EG (arrest van 22 nov. 1978, NJ 1979, 595) inzake het begrip ‘filiaal, agentschap of enige andere vestiging’ in de zin van art. 5 onder 5 EEG-Executieverdrag, is het vonnis van de Rb. onvoldoende met redenen omkleed. Immers, het debat tussen pp. ging over de vraag of in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.