NJ 1983, 714
HR, 13-05-1983, nr. 12089
HR 13-05-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AG4590
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 1983
- Magistraten
Drion, Haardt, Martens, Van Den Blink, Verburgh, Ten Kate
- Zaaknummer
12089
- LJN
AG4590
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AG4590, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AG4590, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑1983
- Wetingang
Rv (oud) art. 83 lid 1; Rv (oud) art. 135; Rv (oud) art. 136; Rv (oud) art. 137; Rv (oud) art. 138; Rv (oud) art. 139; Rv (oud) art. 140; Rv (oud) art. 141; Rv (oud) art. 141 lid 2; Rv (oud) art. 142; Rv (oud) art. 143; Rv (oud) art. 144; Rv (oud) art. 145; Rv (oud) art. 146; Rv (oud) art. 147; Rv (oud) art. 148; Rv (oud) art. 149; Rv (oud) art. 347 lid 1; RO art. 99 lid 1 onder 2°
Essentie
Hoger beroep.
1. Nieuwe feiten bij pleidooi. Goede procesorde. Feitelijk oordeel.
2. Exploit van verzet.
Samenvatting
1. HR: Het oordeel dat eerst bij pleidooi gestelde feiten zodanig nieuw zijn dat de tegenpartij daarop niet meer voldoende heeft kunnen reageren, zodat regels van een goede procesorde meebrengen dat die feiten terzijde worden gesteld, is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt. Het enkele feit dat de raadsman van Jongkind aan het slot van zijn (blijkens de bestreden uitspraak tot de stukken van het geding behorende) pleitnota een in algemene termen gesteld bewijsaanbod heeft gedaan, noopte de Rb. niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.