NJ 1984, 631
HR, 04-02-1983, nr. 12077
HR 04-02-1983, ECLI:NL:HR:1983:AG4540
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 1983
- Magistraten
Drion, Haardt, Martens, Van Den Blink, Verburgh
- Zaaknummer
12077
- LJN
AG4540
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AG4540, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑1983
- Wetingang
BW art. 1401; BW art. 1402; BW art. 1403; NBW art. 6.1.9.11; RO art. 99 lid 1 onder 2°; Rv (oud) art. 59 lid 1 onder 3°
Essentie
‘Schade’ in de zin van de art. 1401–1403 BW.
Samenvatting
1. Daaronder kan niet worden begrepen het nadeel in eer en goede naam geleden, ook al volgt art. 6.1.9.11 NBW een ander stelsel.
2. De gedachtengang van het Hof, dat de in het bestreden arrest bedoelde verschijnselen van psychische aard (als gevolg van ‘geestelijke aantasting’) niet onder bedoelde — ideele — schade kunnen worden gebracht, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Voor het overige is 's Hofs oordeel zozeer verweven met waarderingen van feitelijke aard dat het zich aan toetsing in cassatie onttrekt. Onbegrijpelijk is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.