HR, 07-01-1983, nr. 11992

Documentgegevens:

HR 07-01-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AG4516

Instantie: Hoge Raad
Datum: 7 januari 1983
Magistraten: Drion, Haardt, Martens, Van Den Blink, Verburgh
Zaaknummer: 11992
LJN: AG4516
Vakgebied(en): Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1983:AG4516, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑01‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AG4516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑1983
Wetingang: Rv art. 479; Rv art. 479abis; Rv art. 741; Rv art. 742; Rv art. 743; Rv art. 744; Rv art. 745; Rv art. 746; Rv art. 747; Rv art. 748; Rv art. 749; Rv art. 750; Fw art. 25; Fw art. 26; Fw art. 27; Fw art. 28; Fw art. 29

Essentie

Faillissement. Gevolgen van faillietverklaring van degene onder wie executoriaal derdenbeslag is gelegd, ten aanzien van een ten tijde daarvan aanhangige rechtsvordering tot het doen van verklaring en afgifte.

Partij(en)

De Ontvanger der Directe Belastingen te Utrecht, te Utrecht, eiser tot cassatie, adv. Mr. H.D.O. Blauw,

tegen

1. Administratiekantoor Intermediair BV, te Utrecht,

2. Mr. W.M. Guensberg, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Administratiekantoor Intermediair BV, te Utrecht, verweerders in cassatie, adv. Mr. R. Laret.

Uitspraak

1

Het geding in feitelijke instanties:

De Ontvanger heeft bij exploot van 23 nov. 1977 Intermediair ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.