NJ 1984, 58
HR, 08-10-1982, nr. 11939: Cooijmans/Raadschelders
HR 08-10-1982, ECLI:NL:PHR:1982:AG4454, m.nt. W.H. Heemskerk (Cooijmans/Raadschelders)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 oktober 1982
- Magistraten
Drion, Snijders, Haardt, Royer, Martens, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
11939
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AG4454
- Roepnaam
Cooijmans/Raadschelders
- JCDI
JCDI:ADS113308:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1982:AG4454, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑10‑1982
ECLI:NL:PHR:1982:AG4454, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑1982
- Wetingang
BW art. 1954
Essentie
Gezag van gewijsde. Ambtshalve?
Samenvatting
De rechter mag niet het gezag van gewijsde aan zijn beslissing ten grondslag leggen zonder dat daarop door een der pp. een beroep is gedaan. Dat een zodanig beroep is gedaan, kan niet worden aangenomen op de enkele grond dat de conclusie in hoger beroep van de verwerende partij ‘onmiskenbaar daartoe strekt dat de appelrechter ten aanzien van de vraag waaromtrent in reconventie door de lagere rechter is beslist, in conventie in gelijke zin zal beslissen’. Een beroep op het gezag van gewijsde behoort immers zo duidelijk te geschieden dat de wederpartij zich daartegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.