NJ 1982, 148
HR, 06-11-1981, nr. 11816
HR 06-11-1981, ECLI:NL:HR:1981:AB9549
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 1981
- Magistraten
Ras, Drion, Royer, Martens, Verburgh, Berger
- Zaaknummer
11816
- LJN
AB9549
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1981:AB9549, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑1981
- Wetingang
Rv (oud) art. 59 lid 1 aanhef onder 3°; Rv (oud) art. 199
Essentie
Passeren van bewijsaanbod als te vaag.
Samenvatting
Het oordeel over de vraag of een bewijsaanbod in de gegeven omstandigheden voldoende is gepreciseerd, is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt. Het staat deze vrij daarbij in aanmerking te nemen dat bij het aanbod de namen van de te horen getuigen niet zijn opgegeven, ook al heeft de vraag welke personen zullen worden gehoord tussen pp. geen voorwerp van debat uitgemaakt; hij is niet gehouden degene die het aanbod deed, in de gelegenheid te stellen dat aanbod door een opgave van die namen te preciseren.
Proc.-Gen. Berger: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.