NJ 1982, 207
HR, 06-11-1981, nr. 11726
HR 06-11-1981, ECLI:NL:PHR:1981:AG4256, m.nt. W.H. Heemskerk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 1981
- Magistraten
Ras, Haardt, Martens, Van Den Blink, Verburgh, Ten Kate
- Zaaknummer
11726
- Noot
W.H. Heemskerk
- LJN
AG4256
- JCDI
JCDI:ADS142012:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1981:AG4256, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑1981
ECLI:NL:PHR:1981:AG4256, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑1981
- Wetingang
Rv (oud) art. 740
Essentie
Strekking van art. 740 Rv.
Samenvatting
Ofschoon de geschiedenis van de totstandkoming van art. 740 Rv dienaangaande geen opheldering verschaft, is gezien de formulering van deze bepaling aannemelijk dat daaraan de gedachte ten grondslag ligt dat een beslaglegger die de in het artikel genoemde termijn van een maand ‘laat verlopen’ daardoor bij de derde, onder wie het beslag is gelegd, het vertrouwen wekt dat de beslaglegger het beslag — hoewel het is vervallen, noch opgeheven — niet langer zal vervolgen. Deze strekking brengt mee dat de derde alleen ter zake van betalingen, gedaan na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.