NJ 1982, 238
HR, 12-06-1981, nr. 11724
HR 12-06-1981, ECLI:NL:PHR:1981:AG4205, m.nt. C.J.H. Brunner
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juni 1981
- Magistraten
Dubbink, Drion, Snijders, Haardt, Royer, Berger
- Zaaknummer
11724
- Noot
C.J.H. Brunner
- LJN
AG4205
- JCDI
JCDI:ADS142064:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1981:AG4205, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑06‑1981
ECLI:NL:PHR:1981:AG4205, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑1981
- Wetingang
Rv (oud) art. 59 aanhef onder 3°; BW art. 1356
Essentie
1. Motiveringsgebrek.
2. Wat niet van belang is voor de bescherming van het vertrouwen, gewekt door een niet met de wil van de verklarende partij overeenstemmende verklaring, welke ertoe strekt een gebondenheid aan een overeenkomst onder bezwarende titel tot stand te brengen.
Samenvatting
1. Onbegrijpelijke overweging (Rv art. 59 aanhef en sub 3e).
2. Het Hof heeft de vraag onderzocht of de verklaring van Van Hussen van 19 okt. 1976 (zie daaromtrent het arrest. Red.) kan worden beschouwd als een bekrachtiging van de namens hem door de onbevoegde vertegenwoordiger G. eerder afgesloten koopovereenkomst, waardoor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.